De huisartsen worden geconfronteerd met een korting van 17.000 per praktijk. Dat betekent een korting van 8% op het kostendeel van de praktijk. Om die korting op te vangen, moet de huisarts bezuinigen op die kosten. Dat betekent minder assistentie of minder kwaliteit. Kortom: goedkoop wordt duurkoop.
Patiënten en huisartsen in Nederland
dat dit kabinet 112 miljoen wil bezuinigen op de huisartsenzorg. Hiermee komt de wens om kwalitatief goede zorg dicht bij de mensen te brengen in gevaar. Doordat steeds meer zorg uit het ziekenhuis naar de huisarts komt, wordt het steeds drukker. Bovendien zullen door de toenemende eigen bijdrages in de zorg meer mensen bij de huisarts in behandeling blijven. De huisarts kan niet in zijn eentje de zorg bieden. Hij heeft hiervoor assistentes en praktijkondersteuners in dienst. Samen bieden zij kwalitatief goede zorg. Als de korting doorgaat heeft de huisarts onvoldoende mogelijkheid om deze zorg te blijven bieden. Mogelijke gevolgen zijn: - U zult langer in het ziekenhuis moeten blijven - U zult langer moeten wachten aan de telefoon - Het zal langer duren voor u een afspraak krijgt bij de huisarts - De huisarts stopt met investeren in kwaliteitsverbetering - De service van de huisarts zal afnemen
de leden van de Tweede Kamer er bij de minister op aan te dringen dat deze korting van tafel gaat, en dat verder geïnvesteerd wordt in de eerstelijnszorg.
Omdat de petitie niet gestart is door een organisatie, kan deze niet worden aangeboden aan de vaste kamercommissie voor VWS. De petitie is wél onder de aandacht van de commissieleden gebracht, maar een formele overhandiging is helaas niet mogelijk..
14 oktober 2011 Nieuwe CBS-cijfers over inkomen huisarts: uitspraken minister volstrekt onjuist
Minister Schippers slaat met haar uitspraken over het inkomen van huisartsen de plank volledig mis. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) die vandaag bekend zijn geworden.
Uit deze cijfers blijkt dat het gemiddelde inkomen van huisartsen 97.500 euro is. De minister stelde eerder dat huisartsen misschien wel 170.000 euro verdienen. De uitspraken van de minister zijn onjuist en suggestief en een poging om het gebrek aan inhoudelijke onderbouwing van de bezuiniging op de huisartsenzorg te camoufleren, aldus de LHV in reactie op de nieuwste cijfers. Er is een scheef beeld ontstaan Het door de minister genoemde bedrag is veel te hoog en een slag in de lucht, blijkt nu. Bovendien is het door haar genoemde bedrag niet vergelijkbaar met het bruto salaris van een werknemer, waardoor er een scheef beeld ontstaat. Uitleg Om een vergelijking te kunnen maken met een werknemer in loondienst, leggen we hieronder: 1) uit hoe de totale loonkosten voor een werkgever zijn opgebouwd. 2) Vervolgens lichten we toe hoe het NZa-norminkomen is opgebouwd. 3) Aan de hand van de vandaag gepubliceerde CBS-cijfers gaan we in op het werkelijke inkomen van huisartsen. 1. Totale loonkosten van een werknemer voor de werkgever De totale loonkosten die een werkgever maakt voor een werknemer bestaan uit twee delen: Het bruto salaris plus vakantietoeslag en eindejaarsuitkering; Overige loonkosten, zoals sociale verzekeringen en de werkgeversbijdragen in de pensioenpremie en de ziektekostenpremie. 2. Het NZa-norminkomen van een huisarts De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stelt ieder jaar het norminkomen van de huisarts vast. Voor een normpraktijk van 2.350 patiënten bedraagt dit in 2011 104.144 exclusief ANW-vergoeding. Het norminkomen en de normkosten ( 98.719) gebruikt de NZa om de inschrijf- en consulttarieven voor de dagzorg te berekenen. Ook het norminkomen bestaat uit twee delen: Een inkomensvergoeding (vergelijkbaar met het bruto salaris plus vakantietoeslag en eindejaarsuitkering van een werknemer). Dit is circa 75% van het norminkomen, ofwel circa 78.000. Overige vergoedingen. Deze vergoedingen zijn vooral tegemoetkomingen in de kosten voor pensioen, ziektekostenverzekering en arbeidsongeschiktheidsverzekering (vergelijkbaar met de werkgeversbijdragen voor een werknemer). Deze beslaan ongeveer 25% van het norminkomen, ofwel circa 26.000. Het norminkomen is dus niet vergelijkbaar met het bruto salaris van een werknemer, maar is beter vergelijkbaar met de totale loonkosten van een werkgever. 3. Het werkelijke inkomen van een huisarts LoondienstEen groot deel van de huisartsen is in loondienst en valt onder de CAO Hidha of de CAO Gezondheidscentra. Afhankelijk van de inschaling, verdienen zij maximaal circa 80.000.Zelfstandig gevestigdHet merendeel van de huisartsen is zelfstandig gevestigd. Hierover heeft het CBS onlangs nieuwe cijfers gepubliceerd. Het CBS heeft hiervoor de belastinggegevens over 2009 gebruikt van huisartsen met een eigen bedrijf. CBS-cijfers Uit de CBS-cijfers blijkt dat het gemiddelde resultaat (opbrengsten minus lasten) circa 130.000 is. Dat is dus sowieso 20.000 lager dan wat de minister suggereerde. Ook dit bedrag kan niet worden vergeleken met het bruto salaris van een werknemer. Het bedrag kan worden opgesplitst in: De bovengenoemde inkomensvergoeding voor de huisarts: het bruto salaris van de huisarts plus vakantietoeslag en eindejaarsuitkering; De bovengenoemde overige vergoedingen: de werkgeversbijdragen voor pensioen, ziektekostenverzekering en arbeidsongeschiktheidsverzekering; Overig, zoals reserveringen voor innovatie, investeringen en risicos. Zelfs als de post overig 0 zou bedragen (wat niet reëel is), dan nog is de gemiddelde inkomensvergoeding niet hoger dan 97.500 (circa 75% van 130.000). Het werkelijke inkomen versus het norminkomen Een andere manier om ernaar te kijken is om het werkelijke inkomen te vergelijken met het norminkomen. Als we van het gemiddelde resultaat van 130.000 de ANW-vergoeding (circa 15.000) aftrekken, dan resteert er circa 115.000. Dat is slechts 11.000 meer dan het norminkomen.Deze 11.000 is dus de vergoeding die de huisarts overhoudt aan alle overige activiteiten, zoals M&I, de managementvergoeding voor POH, keuringen, griepvaccinaties, bevolkingsonderzoek, extra werkzaamheden voor instellingen, etc. De conclusie is dan ook dat de huisarts nauwelijks meer verdient dan het norminkomen. Daar komt bij dat het norminkomen stamt uit het begin van de jaren tachtig en reeds in 2001 door het toenmalige CTG als verouderd is bestempeld. Bovendien is in het norminkomen geen reservering opgenomen voor innovatie, investeringen en risicos. Het norminkomen is dus geen goede maat meer om het werkelijke inkomen mee te vergelijken. Conclusies De uitspraken van minister Schippers zijn onjuist en suggestief. Uit CBS-cijfers blijkt dat het gemiddelde inkomen (salaris, vakantiegeld en eindejaarsuitkering) inclusief ANW-vergoeding niet hoger is dan 97.500. De huisarts verdient nauwelijks meer dan het NZa-norminkomen. Bovendien is het norminkomen geen goede maat meer om het werkelijke inkomen mee te vergelijken. Meer informatie Meer informatie over de CBS-cijfers vindt u op de CBS website.